Translate

maandag 7 januari 2013

Historia ALBUM IV - Deel 2

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------

ALBUM IV – Deel 2

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Oostenrijkse overheersing - Waterloo

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Posterijen

Wagens voor gemeenschappelijk vervoer, postwagens en postkoetsen reden regelmatig over onze wegen. De dienst voor vervoer van personen en brieven was sinds de 16de eeuw in handen van de familie van Thurn en Taxis. Onder Maria Teresia werd dit monopolie overgedragen aan de staat.



De Leuvense vaart

Onder de regering van Maria Teresia werden wegen aangelegd en vaarten gegraven om het handelsverkeer te vergemakkelijken. De vaart Rupel-Mechelen-Leuven gaf aan deze laatste stad een hernieuwde levenskracht. Karel van Lotharingen groef zelf met een zilveren spade de eerste schop aarde op.






 



Teresiaanse
colleges

Als ware "verlichte despote" wilde Maria Teresia het onderwijs aan staatscontrole onderwerpen. Zij richtte instellingen op die “teresiaanse colleges” werden genoemd. Het tijdelijk afschaffen van de Orde der Jesuïeten had het verdwijnen van talrijke colleges met zich meegebracht. Er bestaat nog een “Teresiaans college” te Herve.





Neny

Onder Maria Teresia’s vooraanstaande politieke medewerkers die zich inspanden om het land weer tot welvaart te brengen, trad Patrice de Neny het meest op het voorplan. Hij was van Ierse afkomst en werd President van de Geheime Raad. Hij droeg veel bij tot ons intellectueel leven,tot het leven van de geest. Men sprak over de Verlichte Eeuw.






Minckeleers

Daar de 18de eeuw de eeuw der geestelijke verlichting was, paste het ook de materiële verlichting te verbeteren. Tot dan kende men alleen olie of was. Minckeleers, een priester uit Maastricht, vond het lichtgas uit.








Charles Joseph de Ligne

In de 18de eeuw bracht ons land een der briljantste letterkundigen van die tijd voort: prins Charles Joseph de Ligne. Officier, diplomaat, groot ontdekkingsreiziger heeft deze elegante en bekoorlijke prins bijzonder boeiende Memoires geschreven. hij was de eigenaar van het mooie kasteel van Beloeil.





Grétry

Belgen zijn goede muzikanten. Vooral te Luik bereikte de muziek schitterende hoogtepunten. De Luikenaar André Grétry werd één der beroemdste Europese componisten. Zijn komische opera's hebben in Parijs veel opgang gemaakt. Van hem is het bekende "Où peut-on être mieux qu'au sein de sa famille?..."






Jozef II

De oudste zoon van Maria Teresia volgde zijn moeder op onder de naam van Jozef II. Men heeft hem de koning-filosoof genoemd. Hij was inderdaad doordrongen van menslievende opvattingen en wilde alles hervormen in naam van het algemeen welzijn en van de Rede. Hij was rechtzinnig en oprecht in zijn goede bedoelingen maar wilde maar al te vlug te werk gaan.






Jozef II in België

Zijn eerste bekommernis was naar België over te komen om zich rekenschap te kunnen geven van de nodige verbeteringen en hervormingen. Hij reisde als een gewoon burger en had weldra alle hoeken van het land bezocht. Voor het eerst sinds 222 jaar bevond één onzer vorsten zich weer onder ons.







De barrière-vestingen worden gesloopt


In 1715 had het Barriére-Traktaat beschikt dat Hollandse troepen acht vestigingen in onze Nederlanden zouden bezetten. Niet zonder reden oordeelde Jozef II dat deze toestand vernederend was en dus strijdig met de Rede. Hij liet de vestigingen slopen.


De Keteloorlog

De sluiting van de Schelde, bedongen door de Vrede van Munster in 1648, kon Jozef II niet dulden. Hij trachtte de blokkade te breken door de schoenerbrik "Louis" onder Oostenrijkse vlag de stroom te laten afvaren in de Hollandse wateren. Een Hollands schip schoot een kanonbal af die terecht kwam in de soepketel van de “Louis”. Hiermee was de zaak afgesloten en dit werd De Keteloorlog genoemd.


Saksen-Teschen en Maria Kristina

Als zijn vertegenwoordigers in de Nederlanden koos Jozef II zijn zuster, de bevallige Aartshertogin Maria Kristina en haar echtgenoot Kasimir van Saksen-Teschen. Zij waren uitstekende gouverneurs-generaal, maar het stug karakter van de keizer belette hen hun inzichten tot een goed einde te brengen.







Het Tolerantie-Edikt

Het verlicht despotisme van Jozef II uitte zich in nogal onverhoedsmaatregelen inzake godsdienst. Zo kondigde hij, in naam der Rede, een Tolerantie-Edikt af, waarbij de protestantse en israelitische godsdiensten toegelaten werden. Daar het land volledig katholiek was, baarde dit Edikt groot opzien.




Uitdrijving van de kloosterlingen

Steeds in naam der Rede verordende Jozef II dat de beschouwende orden die hij als "onnuttig voor de naaste" betitelde, moesten verdwijnen. De goederen van de afgeschafte kloosters zouden samengebracht worden in een godsdienstkas en aangewend worden tot allerhande liefdadige doeleinden. Deze maatregel vond men brutaal en bovendien ondoelmatig.




Het burgerlijk huwelijk
Om meer nadruk te leggen op de rol van de Staat in het leven van zijn onderdanen, besliste Jozef II dat de Kerk niet langer de registers van de burgerlijke stand moest bijhouden. Voortaan zou het huwelijk geen zuiver godsdienstige aangelegenheid meer zijn, maar tevens een officiële en burgerlijke formaliteit.
 


Het Seminarie te Leuven

De wijsgerige en theologische opleiding van de geestelijkheid in de seminaries behoort uitsluitend toe aan de Bisschoppen. Om de seminaristen zijn eigen filosofische gedachten te kunnen inprenten, verenigde Jozef II al de seminaries in één enkel: het Algemeen Seminarie te Leuven dat gevestigd werd in het huidige Pauscollege.





Kardinaal Franckenberg

Al de godsdienstige hervormingen van Jozef II stootten op het verzet van het Episcopaat. De Aartsbisschoppelijke waardigheid werd toen te Mechelen bekleed door Kardinaal Franckenberg. Hij was een hoofs en gematigd man, maar verzette zich niettemin zeer krachtig tegen de hervormingen. Zijn protesten bleven vruchteloos.





De Patriotten

De bruuske keizerlijke vernieuwingen stootten weldra de bevolking tegen de borst. De Belgen zijn inderdaad zeer gehecht aan hun tradities. Zowel in Vlaanderen als in Wallonië kwam een partij van Patriotten tot stand die de val van Jozef II en het einde van het Oostenrijks regime beoogde. Zij waren vast besloten naar de wapens te grijpen.










Van der Noot

De hoofdleiders van deze vaderlandse beweging waren twee advocaten: Van der Noot en Vonck. Hendrik Van der Noot uit Brussel was een roodwangig en driftig man, die droomde van een federaal, dus niet zeer verbonden België, hij meende zijn inzichten te verwezenlijken met de hulp van het buitenland. Zijn partij de “Statisten" groepeerde de katholieke en landelijke bevolkingsgroepen.






Vonck

Zoals Van der Noot droomde Frans Vonck uit Dendermonde, droomde van een onafhankelijke maar sterk verbonden – en dus minder ouderwetse - en op godsdienstig gebied verdraagzame staat. Hij wist dat hij niet kon rekenen op het buitenland. De partij der "Vonckisten" telde intellectuelen en edellieden onder haar leden.




De slag bij Turnhout
De opstand ontbrandde in 1789, het jaar van de Franse Revolutie. Hij wordt "Brabantse Omwenteling" genoemd. Een klein leger van 3000 slecht uitgeruste patriotten, onder bevel van Van der Mersch, zakte af uit Holland en slaagde erin de Oostenrijkers te Turnhout (slag bij) te overwinnen. Brussel werd bevrijd. Overal kwamen er zwart-geel-rode vlaggen te voorschijn.





De terreur der Statisten

Nadat de Oostenrijkers het land verlaten hadden, liet Van der Noot de Republiek der Verenigde Belgische Staten afkondigen. Hij werd er de president van. Over Vonck werd er niet meer gesproken. Integendeel, Van der Noot liet de aanhangers van zijn vroegere bondgenoot nazitten en gedurende verschillende weken oefenden de Statisten een ware terreur uit.




De ”kanaries” van Dumonceau

De regering van Van der Noot duurde nog geen jaar. Zijn beleid was trouwens slecht. Hij verwaarloosde de oprichting van een degelijk leger. Toen de nieuwe keizer, Leopold II, de broeder van Jozef II, te velde trok om België te heroveren, werden onze troepen ook verslagen, ondanks de heldhaftigheid van de Naamse soldaten van Dumonceau die omwille van hun gele kledij, “kanaries” werden genoemd.





De Prins-bisschop Veldbrück

De 18de eeuw was voor het prinsbisdom Luik nogal rustig geweest. De gedachten van de Franse filosofen Voltaire en J.J. Rousseau werden er zeer gewaardeerd en de slagwoorden van "Vrijheid, Gelijkheid en Verdraagzaamheid" lagen op ieders lippen. De Prins-Bisschop Veldbrück begunstigde de ontwikkeling van de "Verlichting" en stichtte in 1779 de "Société d'émulation”.

 



“Valeureux Liègeois”

De nieuwe ideeën der "Verlichting" leidden in 1789 tot de "Luikse Omwenteling", een nabootsing, maar dan in het klein, van de Franse Revolutie. De Prins-bisschop Constantijn van Hoensbroeck, werd verjaagd en het vorstendom verklaarde zich onafhankelijk. Ramoux, pastoor van Glons, componeerde het bekende lied "Valeureux Liègeois".





Chestret

De Luikse omwenteling was het werk van een paar begaafde volksmenners, ondermeer: Fabry, Bassenge en Chestret. Deze laatste was zeer populair. In het lied “Valeureux Liégeois” zingt men nog van “Que peut craindre notre ardeur, quand, sous Chestret, nous portons tous les armes?”(vertaald uit het Frans: "Wat kan onze moed doen tanen als we onder Chestret ten strijde trekken?”)




Jemappes

In 1792 vielen de Franse revolutionaire legers onder bevel van generaal Dumouriez de Oostenrijkse Nederlanden binnen. Dumouriez  behaalde een verpletterende overwinning te Jemappes. Voor ons betekende het eens te meer de bezetting. Naar het scheen bracht Dumouriez ons “heilige boodschap van de vrijheid”, maar ten koste van onze onafhankelijkheid.




Fleurus 
In1793 werden de Fransen te Neerwinden verslagen en uit het land verjaagd. Maar het volgend jaar stonden ze daar weer, deze maal onder het bevel van generaal Jourdan. Ze wonnen de slag bij Fleurus en België was opnieuw in hun handen. Te Fleurus gebruikten ze voor de Fransen voor de eerste maal een luchtballon, de "Entreprenant".


De sansculotten

De kledij van de republikeinse soldaten was tamelijk slordig. Uit haat tegen de aristocraten die nauwsluitende broeken droegen, hadden zij de mode van de brede broekspijpen ingevoerd. Daarom noemden ze Sansculotten. Ze gedroegen zich als niets ontziende veroveraars.









Incroyables en Muscadins

In 1795 kondigde de Franse Republiek de aanhechting van België af en nam een nieuwe regeringsvorm aan: het Directoire. Het Directoire luidde een periode van zedelijk verval in. De jongelui kleedden zich op een potsierlijke manier. Men noemde ze Incroyables”  of “Muscadins”. De excentrieke dames pronkten als Merveilleuses”.

 



Burgeres Montausier

Vooraleer de aanhechting van België aan Frankrijk af te kondigen, hoopte de regering van de Republiek dat onze voorvaderen spontaan voor de vereniging met het nieuwe vaderland zouden stemmen. Tot dit doel werd een luidruchtige propaganda gevoerd. Een Parijse zangeres, citoyenne Montausier, zong de Marseillaise op de openbare pleinen om de harten voor de vrijheid te winnen. Maar ze oogstte geen enkel succes.







De vrijheidsboom

Met de bezetting van ons grondgebied voerden de Fransen tevens een nieuwe ideologie in. Ze werd samengevat in de Rechten van de Mens. Het voornaamste van deze rechten was de vrijheid. Daarom plantten de veroveraars overal vrijheidsbomen met een frygische vrijheidsmuts in de top. Maar onze voorouders lieten zich door die mooie beloften niet beetnemen.





De vernieling
van de
Sint-Lambertus kathedraal te Luik

De Franse bezetting ging gepaard met jammerlijke misbruiken. Onze kunstschatten werden geroofd of vernield. Zo werd de mooie Sint-Lambertus kathedraal te Luik systematisch afgebroken onder leiding van een zekere De France die dit prachtige gebouw totaal met de grond gelijk maakte.


Orval in Lichterlaaie

Vooral de Kerk was het mikpunt van het vandalisme der Franse republikeinen. Onze oude abdijen werden afgetakeld. De mooie cisterciënser abdij te Orval brandde gedurende zes weken. Van de 15.000 boekdelen der bibliotheek bleef er geen enkel over.




Kaart der departementen

Onder het Franse regime verdwenen de oude provincies der Nederlanden. Ons land werd in departementen verdeeld, net zoals Frankrijk. Er waren er negen. Brussel was slechts de hoofdplaats van het departement van de Dijle, Gent van de Schelde, Antwerpen van de Twee-Nethen, Luik van de Ourthe, Namen van Samber en Maas.






De Godin Rede

Bij het begin der Franse bezetting werden pogingen aangewend om de katholieke godsdienst te vervangen door de cultus van de Godin Rede. Overal werden tempels opgericht ter ere van de Rede. Te Brussel grepen de plechtigheden plaats in de kerk van St. Jacobs op de Koudenberg. Men vereerde er een toneelspeelster met wierook en toespraken. Ons volk vond dit alles potsierlijk.







De ”gesloten tijd”

Gedurende de Republiek werd de katholieke eredienst verboden. Hij bleef nochtans in het geheim doorgaan. De H. Mis werd opgedragen bij nacht en met gesloten deuren in afgezonderde hoeven, waarrond de wacht werd gehouden om bij het minste onraad het alarm te kunnen geven. Het was de "gesloten tijd", le “temps clos”.





De dienstweigeraars

In 1798 stelde het Directoire de verplichte militaire dienstplicht bij loting in. Onze jongens wensten niet onder de Franse vlag te strijden voor een zaak die hen vreemd was. Velen doken onder en zochten hun toevlucht in de Ardennen.



De Boerenkrijg

Eerder dan in de Franse regimenten dienst te nemen, verkozen onze jonge boeren naar de wapens te grijpen om voor eigen land en vrijheid te kampen. In hun strijd tegen de Sansculotten wedijverden Vlamingen en Walen in moed. De laatste Brigands, zoals de Fransen ze noemden, werden te Hasselt (Boerekrijg) in de pan gehakt.
 







Charles Jacquemain

Eén der meest vermaarde weerstanders uit de Boerenkrijg was Charles Jacquemain, die men Charles de Loupoigne of "cousin Charles" noemde. Verscholen in het diepe Zoniënbos bleef hij de Fransen weerstand bieden. Hij werd tenslotte verraden en gedood.





De Rechtbank
te Clervaux
Onder de heldhaftige "brigands" waren er een paar jonge Luxemburgers die gevangen genomen werden en te Clerveaux voor een militaire rechtbank moesten verschijnen. De Franse officier trachtte hen te redden: "Zeg dat je niet op ons gevuurd hebt!". Ze antwoordden: "We hebben op U gevuurd, liegen kunnen we niet!". Ze werden gefusiljeerd.



Bonaparte


In 1799 werd Bonaparte bewindvoerder van Frankrijk met de titel van Eerste Consul. Hij was van Corsikaanse afkomst. Hij bezat een geniale aanleg voor oorlogvoering en organisatie.

In 1804 zou hij zich tot Keizer der Fransen laten kronen onder de naam van Napoleon I.









Bonaparte en Josephine in België

Een van zijn eerste verplaatsingen was het bezoek aan de Belgische departementen. Zijn echtgenote, Josephine de Beauharnais, vergezelde hem. Hij nam zich voor onze toestand te verbeteren. Zijn belangstelling ging vooral uit naar de Antwerpse haven, waarvan hij "een pistool gericht op het hart van Engeland" wilde maken.








Lieven Bauwens

Onder het napoleontisch regime kenden we een zekere economische welvaart. Napoleon zelf moedigde onze inspanningen aan. Lieven Bauwens vestigde in zijn geboortestad Gent de eerste mechanische weverijen, waarvan hij het uitvindingsgeheim, op gevaar van zijn leven, uit Engeland had binnengesmokkeld.








William Cockerill

Te Verviers kende de lakennijverheid een nieuwe bloei dankzij de intelligente Mevrouw Boilley-Simonis, die beroep deed op de bijzonder schrandere uitvinder van machines, William Cockerill uit Schotland.









Bietenteelt

Napoleon leefde voortdurend op oorlogsvoet met Engeland. Het oefende een streng blokkaderegime uit op het door Napoleon gecontroleerde Europese vasteland. Geen enkel koloniaal product kon nog ingevoerd worden. Om het suikerriet te vervangen begon men suikerbieten te telen.


 




Keizerlijke politie

Napoleon had zeker onbetwistbare gaven als organisatie; hij was er niet minder tyrannisch om. Er werd ons geen enkele vrijheid gelaten, noch persvrijheid, nog uitdrukkingsvrijheid. Censuur, verklikkingen, veroordelingen waren schering en inslag. Onder leiding van Fouché hield een ontzaglijke keizerlijke politie iedereen in bedwang en verloor geen enkele verdachte uit het oog. En bij ons was haast iedereen verdacht.






Kaartspel

Tenslotte waren de bezettingsjaren een droeve tijd. In een land zonder vrede, onafhankelijkheid of vrijheid heerst een onhoudbare stemming. De mensen bleven zo veel mogelijk thuis. Nooit werd er in ons land zoveel gekaart als toen in de 19de eeuw.









De lotelingen

De oorlogen volgden elkaar onophoudelijk op:  Napoleon had een geweldig aantal soldaten nodig, want de verliezen waren groot. Hij stelde opnieuw de loting in. Vele Belgische jongens moesten het Franse uniform aantrekken. En dikwijls met veel tegenzin.





Waterloo

Nadat hij in 1814 verslagen en naar het eiland Elba verbannen werd, keerde Napoleon het jaar daarop plots in Frankrijk terug. Europa verklaarde hem de oorlog. Op 18 juni 1815 werd Napoleon te Waterloo volledig verpletterd door de Engelsen en de Pruisen onder bevel van Wellington en Blücher. Een Belgische brigade streed aan de kant van de bondgenoten.

 



1 opmerking:

  1. deel 6 vind ik hier niet, ik heb de uitgaven maar mis de laatste 4 afbeeldingen van deel VI en ondertussen zijn ze in de kringloop meestal al versnipperd. Worden die hier nog afgebeeld

    Karel-smets@scarlet.be

    BeantwoordenVerwijderen