-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
ALBUM IV – Deel 1
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Spaanse en Oostenrijkse overheersing
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Jansenius
De 17de eeuw was een tijdperk van grote geestelijke bedrijvigheid. Alhoewel economisch tot het uiterste verzwakt, bracht ons land talrijke geleerden voort. Onder de godgeleerden onderscheidde zich Cornelius Jansen (Jansenius), bisschop van Ieper. Zijn opvattingen werden veroordeeld door de pausen. Het Jansenisme vervormt het christendom tot een al te stugge leer. Gedurende meer dan een eeuw werd ons godsdienstig leven erdoor in verwarring gebracht.
Bollandus
In die zelfde periode ontstond de geschiedschrijving met Jan Bolland (Bollandus), een Belgische Jezuiet, die het plan opvatte de oude heiligenlevens te boek te stellen aan de hand van de methode der historische kritiek. Dit buitengewoon omvangrijk werk draagt als titel "Acta Sanctorum". Het wordt heden nog voortgezet. De Belgische "hagiografen" van de Jezuietenorde worden Bollandisten genoemd.
Justus-Lipsius
Onder het bewind van de Aartshertogen trad de Leuvense universiteit een tijdperk van grote roem in, dankzij een paar zeer voorname humanisten. De beroemdste is zeker Justus Lipsius. Hij was geboren te Overijse en was een van de beste latinisten van zijn tijd. De Aartshertogen brachten hem hulde door zijn cursus bij te wonen.
Van Helmont
Wij hebben ook een aantal zeer beroemde geneesheren gehad, zoals Jan Baptist Van Helmont. Van Helmont onderscheidde zich ook in andere takken van de wetenschap, nl. in de filosofie en alchemie. Deze laatste ging in die tijd als nogal verdacht door en bracht Van Helmont in ernstige moeilijkheden met de Inquisitie. Het woord "gas" werd door hem uitgevonden.
Simon Stevin
Simon Stevin werd wereldberoemd door zijn kennis van de wiskunde. Hij was afkomstig uit Brugge, maar het was vooral te Leiden dat hij zich wijdde aan de algebra en de mechanika. Hij is de uitvinder van de tiendelige breuken.
De Sint-Michielskerk van Leuven
In de 17de eeuw verdwijnen de spitsbogen uit de bouwkunst en worden vervangen door de "Barokstijl" van Italiaanse inspiratie. De gevels van de kerken, vooral deze van de Jezuieten, worden gekenmerkt door hun enigszins overladen praal. Een van de mooiste kerken in die stijl is de Sint-Michielskerk te Leuven, een werk van Jezuiet Hezius. De Barokstijl wordt ook “Jezuietenstijl” genoemd.
Rubens
De schilderkunst kende een schitterende opgang in de Antwerpse School onder leiding van Pieter Paul Rubens. Rubens had de schilderkunst bestudeerd in Italië. Zijn werken zijn veelal enorme doeken, overweldigend van levenskracht en beweging, zoals de Kruisafneming in de O.L. Vrouwekerk te Antwerpen. Rubens was met koningen en prinsen bevriend.
Van Dijck
Van de talrijke leerlingen die Rubens in Antwerpen gevormd had was Antoon van Dijck zeker de briljantste en fijnzinnigste. Hij legde zich vooral toe op het portret. Ware meesterwerken zijn zijn portretten van de grote Britse hoogwaardigheidsbekleders en van de koning van Engeland, waarvan hij de hofschilder was.
Jordaens en Teniers
Jakob Jordaens had een voorliefde voor het schilderen van weelderige banketten en smulpartijen; zijn bekendste werk is "De Koning drinkt". David Teniers, de Jonge, heeft honderden schilderijen gemaakt. Hij hield vooral van vlaamse kermissen. Zijn doeken zijn heel en al levenslust en vrolijkheid.
Philippe de Champagne
Terwijl van Dijck de toon aangaf in de Engelse Schilderschool, werd een Brusselaar, Philippe de Champagne, hofschilder van Lodewijk XIII, koning van Frankrijk, en van zijn almachtige minister Kardinaal Richelieu. Beiden werden door Philippe de Champagne in prachtige portretten vereeuwigd. Zo genoten onze kunstenaars over heel Europa faam.
Filips III
Bij de dood van Filips II werd zijn zoon koning van Spanje en van Napels onder de naam Filips III. Hij was een nogal onbeduidend man die roemloos regeerde tot in 1621. Daar onze gewesten onder het bewind van de Aartshertogen geplaatst werden, was de invloed die Filips III er op uitoefende, van weinig direkte betekenis.
Filips IV
In 1621 stierf Aartshertog Albrecht zonder kinderen, zo kwamen de Nederlanden opnieuw onder het gezag van de koning van Spanje.
Filips IV had pas zijn vader Filips III opgevolgd. Hij was ziekelijk en weinig begaafd, lelijk maar erg ingenomen met zijn waardigheid. Met hem vervalt de macht van de Habsburgers.Ook België is aan dit verval niet ontsnapt.
Kaart van de
Nederlanden
in 1648
De regering van Filips IV luidde voor ons de "ongelukseeuw" in. Na de ellende van de Dertigjarige Oorlog werd Noord Brabant ons ontnomen door de Vrede van Westfalen, getekend in Munster 1648. Er werd eveneens beslist dat de Schelde voortaan zou gesloten zijn ten voordele van de nieuwe Republiek der Verenigde Provinciën, die onafhankelijk was verklaard. Deze beschikking sloot voor Belgie alle hoop op welvaart uit.
Hongersnood en ellende
De oorlog en het sluiten van de Schelde brachten ons land in een toestand van onbeschrijfelijke ellende. Massamoorden, branden, epidemieën en hongersnood hadden steden en dorpen ontvolkt. De hongersnood was zo groot dat er zelfs over menseneten gesproken werd.
Soldaten uit de XVIIde eeuw
Het ergste van deze ongelukseeuw was wel dat ons land voortdurend door oorlogvoerende legers onder de voet gelopen werd. Deze legers, om het even of ze vriend of vijand waren, bestonden uit soldeniers die alleen van plundering leefden. Het waren dikwijls echte rovers gewapend met haakbussen en musketten, voor wie de oorlog slechts een stiel was.
De Kardinaal-Infant
Bij het begin van zijn regering had Filips IV zijn broer, Kardinaal-Infant Ferdinand, aangesteld als Gouverneur-Generaal van de Nederlanden. Op het eerste gezicht maakte hij een goede indruk, maar hij was vrij oppervlakkig. Hij behaalde een paar militaire successen in 1635 en joeg de Franse legers van Lodewijk XIII, die het grondhgebied waren binnengevallen, op de vlucht.
Karel II
Filips IV stierf in 1665. Zijn zoondie maar vijf jaar oud was, volgde hem op onder de naam Karel II. Het was een medelijdenswaardige, ja monsterachtige figuur. Hij leefde 40 jaar. Nooit hebben onze gewesten een meer ontaarde en stunteliger vorst gekend. Hij was nochtans geliefd. Zijn naam werd gehecht aan de stad Charleroi die in die tijd gebouwd werd.
Lodewijk XIV
Het rampzalige bewind van Karel II viel samen met de regering van de machtigste, schitterendste en eerzuchtigste van alle Franse koningen:
Lodewijk XIV, bijgenaamd de Zonnekoning. In zijn luisterrijk paleis te Versailles, straalde Lodewijk XIV als een halfgod. Hij wilde heel Europa beheersen en door onze provincies in te palmen, Frankrijk uitbreiden tot aan de Rijn.
Verbrokkeling
van ons grondgebied
De uitkijker op de toren
Op het einde van de 17de eeuw was ons land één en al trooste-loze verwoesting. Dieven en rovers maakten onze streken onveilig en vernielden wat de soldaten ongeschonden hadden gelaten. De armen leefden in bestendige angst. Dag en nacht stond de uitkijker op de kerktoren om bij onheil het alarm te kunnen geven.
Beschieting van Brussel
Verbolgen over de weerstand die Willem III van Oranje bood, stadhouder van Holland en koning van Engeland bood, liet Maarschalk de Villeroy, bevelhebber van de legers van Lodewijk XIV, in 1695 de stad Brussel gedurende drie dagen met gloeiende kogels beschieten. Het werd een echte ramp. Drieduizend huizen en zestien kerken werden vernield. Van de Grote Markt bleef enkel het stadhuis over.
Maximiliaan Emanuel
van Beieren
Vanaf 1692 hadden wij als Gouverneur-Generaal Maximiliaan Emanuel van Beieren, een schitterende en sympathieke prins. Hij hield van weelde en plezier maar hij was moedig en koesterde de beste bedoelingen. Hij hield van ons volk en deed lofwaardige pogingen om ons land uit de puinen herop te bouwen.
Jan van Bergeyck
Om zijn plannen te verwezenlijken deed Maximiliaan van Beieren beroep op de diensten van een grootmoedig en bekwaam Belgisch edelman, Jan van Brouchoven van Bergeyck, heer van Leefdaal en Tresorier-Generaal van Financiën. Bergeyck liet bruggen en wegen herstellen en richtte zelfs te Oostende een bescheiden zeevaartmaatschappij op. Al zijn inspanningen hadden helaas slecht povere resultaten.
“Chiroux” tegen “Grignoux”
Gedurende de ongelukseeuw had het Prinsbisdom Luik heel wat te verduren gehad. Onder de regeringen van verscheidene prinsbisschoppen van het Huis van Beieren hadden de Luikenaars zich verdeeld in twee partijen: de "Chiroux", partijgangers van de prins, en de "Grignoux" of “Grognons”, aanhangers van een demokratisch regime. De naam Chiroux (zwaluwen) komt van de zwarte klederen die de ambtenaren van de prinsbisschop droegen. De naijver tussen beide partijen leidde tot oproer en terechtstellingen.
Tilly
Ondanks tegenspoed en ellende traden gedurende onze ongelukseeuw bewonderenswaardige mannen op het voorplan. Onder de vooraanstaanden van die tijd waren er ondermeer befaamde militaire bevelhebbers, zoals Jan 'T Serclaes de Tilly, held van de 30 jarige oorlog. Hij versloeg de Turken, de Hongaren, de Tsjechen, de Duitse protestantse vorsten en de Denen. Hij bood het hoofd aan Gustaaf Adolf, koning van Zweden, en stierf met het wapen in de hand.
IJslandvaarders
In de 17de eeuw gaven onze zeelieden blijk van groot initiatief en volharding: van Nieuwpoort tot Duinkerken bracht onze kuststreek het stevige ras der IJslandvaarders voort, die ten koste van grote gevaren en slopende vermoeinissen in de zeeën in het Noorden op kabeljauwvangst voeren.
Vrijbuiters en zeerovers
De 17de eeuw was ook de tijd van de grote avonturen op zee. De Verenigde Provinciën hadden zeer onderlegde en kundige admiraals tot hun dienst, maar er waren ook vrijbuiters, epische zeerovers, die er niet voor terugschrikten hele steden op de kusten van latijns Amerika in te nemen en te onderwerpen. De eerste vrijbuiter was een Oostendenaar: Jan Vanhoren.
Pater Verbiest
in China
Niet alleen voor oorlogsdoeleinden, maar ook tendienste van de vrede en de liefdadigheid streden onze helden. Pater Ferdinand Verbiest, jezuïet, geboren te Pittem, bracht zijn leven als missionaris door in China. Omwille van zijn uitnemende begaafdheden in de sterrenkunde en de wiskunde, werd hij raadsman van Keizer Kang-Hi en Eerste Mandarijn van het heilige Keizerrijk. Hij schreef geleerde boeken in het Chinees, bekeerde vele chinezen en stierf in armoede.
Willems in Kongo
Onze missionarissen verrichtten prachtwerk in de 17de eeuw. Joris Willems, uit Geel, landde in Kongo, toen Portugees gebied. Hij begon het geloof te verkondigen aan de zwarten van de kuststreek.
Hij vatte voor het eerst de gedachte op een woordenboek samen te stellen van de negertaal.
Hij werd gedood door de wilden aan wie hij zijn leven had gewijd.
Hennepin
in Amerika
Louis Hennepin, werd geboren te Ath, vertrok naar Noord-Amerika, dat in het bezit was van de Engelsen. Hij bracht het christendom bij de Sioux en werd door hen gevangen genomen. Hennepin was ook een stoutmoedig ontdekkingsreiziger. Naar het schijnt heeft hij voor het eerst de Mississippi ontdekt.
Filips V van Anjou
Karel II overleed in 1700 zonder kinderen achter te laten. Met hem verdween de tak der Spaanse Habsburgers. Hij werd opgevolgd door zijn kleinneef Filips van Anjou, een jonge franse prins, kleinzoon van Lodewijk XIV.
Hij regeerde onder de naam Filips V. Door Spanje te erven werd hij niet alleen soeverein van Spanje, de twee Sicilien, beide Amerika's, maar ook van ons land.
Franse bezetting
Lodewijk XIV nam tegenover Filips V de houding aan van "een goede grootvader".
De Nederlanden waren steeds het doel geweest van zijn politiek. Ze werden niet aangehecht bij Frankrijk, maar werden geregeerd onder toezicht van de Zonnekoning. Daarom werden er Franse troepen bij ons ingekwartierd.
Marlborough
De invloed die Frankrijk in onze provincies uitoefende verontrustte Europa en vooral Engeland, hoedster van het Europese evenwicht. Engeland verleende zijn steun aan Aartshertog Karel van Oostenrijk, de latere Keizer
Karel VI, die aanspraak maakte op de Spaanse troon. Een Brits leger viel ons land binnen. Het stond onder bevel van de populaire hertog van Marlborough op wie de Fransen zoveel liedjes hebben gemaakt.
Eugeen van Savoje
Oostenrijkse troepen voegden zich bij de Engelse om strijd te voeren tegen Filips V en Lodewijk XIV. Ze werden aangevoerd door een veldheer die even onderlegd was als Marlborough. Hij was van Franse afkomst en heette Eugeen van Savoje. Lodewijk XIV en zijn kleinzoon werden verslagen en uit het land gejaagd.
Karel VI
Het Wapenschild van Oostenrijk
Bij de troonsbestijging van Karel VI verscheen de tweekoppige arend opnieuw in ons wapenschild. Het blazoen van het Huis van Oostenrijk droeg voortaan de kroon van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie. Ons nationaal embleem bleef nochtans de oude Bourgondische vlag: twee gekruiste takken op witte grond.
Prié
Karel VI was geen slechte vorst. Ongelukkig vertrouwde hij de regering van de Nederlanden toe aan een gevolmachtigd minister, Hercule Turinetti, markies van Prié. Deze nam allerlei onbehendige en brutale maatregelen zodat hij alom verfoeid werd.
Anneessens
De markies van Prié maakte zich vooral hatelijk toen hij met de oude gilden van Brussel in conflikt geraakte. Omwille van een belasting die de gilden weigerden te betalen, liet Prié Frans Anneessens, een der gildendekens en een zeer eerzaam man, aanhouden en onthoofden.
Maria Elisabeth
Na een tiental jaren despotische regering zond
Karel VI zijn eigen zuster, Aartshertogin Maria Elisabeth, naar de Nederlanden, als Gouvernante-Generaal. Ze was een dame op rijpere leeftijd, lelijk en zeer vroom. Ze wijdde zich aan haar taak met het meeste plichtsbesef.
De Oostendse
Compagnie
In 1722 nam Karel VI een uitstekende maatregel. Om te verhelpen aan de sluiting van de Schelde gaf hij de toelating een nieuwe handelscompagnie op te richten om op Indië te varen. De Oostendse Compagnie had nederzettingen te Bankibazar. Ze werd, helaas, na een paar jaar reeds afgeschaft.
Maria Theresia
In 1740 overleed Karel VI en werd opgevolgd door zijn dochter Maria Teresia. Zij regeerde gedurende 40 jaar met veel waardigheid, intelligentie en goedheid. Keizerin Maria Teresia was buitengewoon populair in onze gewesten. Ze verdiende het.
De slag bij Fontenoy
Bij het begin van haar regering moest Maria Theresia het hoofd bieden aan een aanval van Frankrijk tegen de Nederlanden. In 1745 voerde Lodewijk XV persoonlijk zijn troepen aan en behaalde de overwinning bij Fontenoy. België kwam onder zijn macht. Het was een zeer hoffelijk gevecht, maar de gevolgen waren rampzalig voor ons land.
De "Blancs Becs" te Kollin
Drie jaar na Fontenoy werd ons land bevrijd. Wij hebben Maria Theresia bijgestaan in haar oorlogen tegen de koning van Pruisen, de onoverwinnelijke Frederik II. Het de Ligneregiment, samengesteld uit jonge Belgische rekruten, De Blancs Becs zoals de Oostenrijkse maarschalk Daun zegde, dwong de overwinning af te Kollin.
Karel van Lotharingen
Maria Teresia zond ons haar zwager, Karel van Lotharingen, als Gouverneur-Generaal. Hij was een zwaarlijvig en minzaam man. Zijn paleis zou later de Koninklijke Bibliotheek worden. Geen enkel gouverneur werd ooit zo zeer geliefd als Karel van Lotharingen. Men richtte hem een standbeeld op terwijl hij nog leefde.
Tervuren
Karel van Lotharingen richtte een kleine en bekoorlijke hofhouding op in het kasteel te Tervuren. Het leven was er aangenaam en goed. Het was de tijd van de zijden jassen, bepoederde pruiken, de tijd van wijde jurken met strikjes, de tijde van de menuetten.
Het Tuchthuis
te Gent
De regering van Maria Teresia stond onder het teken van het verlicht despotisme: ze stond erop het volk hervormingen op te leggen die van aard waren zijn welvaart te verbeteren. Te Gent werd de eerste moderne gevangenis gebouwd. De gevangenen werden er goed behandeld en heropgevoed.
De foltering
Tot in de 18de eeuw wendden de rechtbanken zich tot wrede middelen om van de verdachten bekentenissen af te dwingen. De foltering bestond uit radbraken, de folterbank en de waterproef. Maria Teresia spande zich in om een einde te doen stellen aan deze wreedheden.
Roten van het vlas
Dank zij de heersende vrede en de inspanningen van onze regeerders werd ons land opnieuw voorspoedig. De vlasnijverheid kwam tot ontwikkeling in het Leiedal. Het Leiewater maakt het vlas dat men er in te rotten legt, wit. Deze bewerking noemt men het roten.
Doorniks porselein
In Wallonië bloeide de porseleinnijverheid. De werkhuizen van Doornik brachten zeer sierlijke vazen, schotels, borden en beeldjes voort in wit geemailleerd porselein of fijn plateelwerk. Deze kleine meesterwerkjes pasten volkomen bij de elegante meubels van deze eeuw der bevalligheid.
Prachtig gedaan Chris!
BeantwoordenVerwijderenIlluminatus