-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
ALBUM I – Deel 2
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Karel de Grote - De Kruistochten
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Karel de Grote
Pepijn de Korte werd opgevolgd door zijn zoon, Karel de Grote. Deze verdiende goed zijn bijnaam, hij veroverde heel West Europa en werd in Rome, in 800, tot keizer gekroond.
De Heilige Amandus,
apostel van België
Het Karolingisch tijdperk is voor België de tijd der grote missionarissen. Van de 7de eeuw af ontstonden er abdijen. De eerste werd te Gent door de grote apostel van België, de Heilige Amandus gesticht.
De abdij van Lobbes
Kloosters en abdijen kenden in de 7de en 8ste eeuw een gouden tijd. De abdij van Lobbes (de belangrijkste van alle), alsook die van Stavelot, Aulnes en Fosses getuigen nog van die bloei.
De monniken in de 7de eeuw
De monniken van het Karolingische tijdperk speelden een grote rol in de beschaving van ons land. Zij besteedden hun tijd aan studie, gebed en ontginning van het land. Ze waren tegelijk opvoeders en missionarissen.
De Heilige Gertrudis
Maar er waren niet alleen mannenkloosters, Karolingische prinsessen stichtten ook vrouwenkloosters. Het beroemste is de abdij die de H. Gertrudis te Nijvel vestigde.
Godsoordeel
Hier tegenover leefden ook nog barbaarse gebruiken voort in de Karolingische periode. Inzake recht bijvoorbeeld, werd het Godsoordeel erkend. Wanneer twee tegenstanders het niet eens werden, ontmoetten zij elkaar in een tweegevecht: de overwinnaar kreeg gelijk.
De Vuurproef
In het begin van de Middeleeuwen was het Godsgericht ook wijd verspreid. De betichte moest een gloeiend ijzer in de hand nemen, indien hij niet verbrand was, werd hij vrijgesproken.
Karolingische Krijgsman
Karel de Grote had een uitgestrekt christelijk keizerrijk gesticht. Om het te verdedigen bracht hij een machtig leger van vrije mannen op de been. Zij waren zwaar uitgerust met grote helm en stalen kolders, met grote helm en stalen kolder.
Ontvoerde Saksers
Gedurende zijn veldtochten in Duitsland, die meer dan 30 jaar lang duurden, ontvoerde Karel de Grote Saksische volksstammen die hij langs de huidige Belgische kust vestigde.
Missi Dominici
Karel de Grote verdeelde zijn uitgestrekt keizerrijk en graafschappen. Om het oog te houden op de handelswijze van zijn graven stuurde hij de "missi" (gezondenen door de heer), afgevaardigden die gewoonlijk uit een geestelijke en een edelman bestonden en het recht hadden de nalatige graven te straffen.
Eginhard
De biografie van Karel de Grote werd door Eginhard opgesteld. Deze laatste behoorde tot de groep geleerden en schrijvers die Karel de Grote rond zich geschaard had. Heel het levenswerk van Karel de Grote werd met deze woorden samengevat: "Groot in de oorlog, maar nog groter in de vrede".
De Dom te Aken
Karel de Grote stierf in 814 te Aken, waar hij in de kathedraal begraven werd. alleen het centrale gedeelte van het gebouw, datgene wat onder de koepel ligt, dagtekent uit de tijd van de grote keizer.
Lotharius
Door het Verdrag van Verdun in 843 werd het rijk van Karel de Grote onder zijn drie kleinzoons verdeeld. Ons land kwam toe aan de oudste der drie vorsten: Lotharius. Het zou voortaan Lotharingen heten en als bufferstaat tussen Frankrijk en Duitsland dienen.
De Noormannen
Op het einde van de 9de eeuw vielen de Noormannen ons land aan. Zij kwamen uit Scandinavië op lange zeilboten die dikwijls met een drakenkop versierd waren. Ze werden Vikingen of “koningen van de zee” genoemd.
De vlucht van de relieken
De Noormannen waren vreselijke plunderaars. Zij vernielden de kloosters en abdijen. De monniken sloegen voor hen op de vlucht om de reliekenkasten voor heiligschennis te vrijwaren.
Arnulf van Carinthië te Leuven
Leenhulde en Investituur
In de 9de eeuw ontstond het leenstelsel. Het land werd in lenen verdeeld, aan het hoofd van ieder leen stond een heer die trouw zwoer aan de koning en aldus zijn vazal werd. In ruil verleende de koning hem de investituur van zijn leen, dat door een kluit aarde op een bos takken gesymboliseerd werd.
De wachter
De ridders leefden in grote burchten en voerden dikwijls oorlog onder elkaar. Op de slottoren stond steeds een wachter om het alarm te blazen zodra er gevaar dreigde.
Bouillon
Het kasteel van Bouillon is een van de mooiste middeleeuwse burchten die nog bestaan. Het behoorde tot het Huis van Ardennen dat over het hertogdom Lotharingen heerste en van de Germaanse keizers afhing.
's Gravenkasteel te Gent
Ten westen van de Schelde lag het graafschap Vlaanderen dat een leen van de Franse koningen was. Het Gravenkasteel te Gent is het enige slot van de vroegere graven van Vlaanderen dat nog bestaat.
Lijfeigenen
Rond het kasteel lag het domein waarop de lijfeigenen zwoegden. Hun leven was bijzonder hard, zij moesten een deel van hun oogst aan de kasteelheer afstaan en een aantal werkuren geven voor het onderhoud van het kasteel.
In’t kasteel
Het leven in een burcht was tamelijk eentonig. De dames waren opgetogen wanneer zij meistrelen of rondtrekkende dichters mochten ontvangen. Deze droegen heldenliederen, zoals het Roelandslied, of naïeve romans voor.
Jacht
De middeleeuwse heren waren zelden op hun kasteel. Ze gingen veel op jacht om hun tafel van wild te voorzien. De bossen waren vol herten en everzwijnen.
Tornooi
De tornooien waren het grootste tijdverdrijf van de kasteelheren. Het kwam er op aan, in een tweegevecht te paard, zijn tegenstander uit het zadel te lichten. De overwonnene moest een losgeld betalen.
Dood van Roeland
Het leenroerig tijdperk is de tijd van de ridderlijke geest: eergevoel, moed en rechtschapenheid werden in hoog aanzien gehouden. De ideale ridder was Roeland, neef van Karel de Grote die, naar beweerd werd, in de pas van Roncesvalles door de Spaanse Arabieren gedood werd.
Giselbert en Boudewijn met de IJzeren Arm
Over Lotharingen heerste, in de 10de eeuw, hertog Giselbert die tot zijn dood aan zijn suzerein, keizer OttoI van Germanië, weerstand bood.
Bruno van Keulen en Otto I
Keizer Otto I van Germanië versloeg hertog Giselbert. Om het hertogdom Lotharingen beter in zijn macht te houden, duidde hij zijn broeder Bruno, die reeds Aartsbischop van Keulen was, als hertog aan.
Notger
Keizer Otto I stichtte in Lotharingen verscheidene prinsbisdommen, het belangrijkste was dat van Luik. Notger, de eerste Prinsbischop, was een Duitser. Hij maakte goede wetten, stichtte scholen en bouwde kerken.
Godfried
van Bouillon
Op het einde van de 11de eeuw was Godfried van Bouillon hertog van Lotharingen. Hij was te Baisy-Thy, Brabant geboren en sprak onze beide landstalen. Hij nam de leiding van de Eerste Kruistocht.
Het Concilie van Clermont
De Eerste Kruistocht werd in 1095 door paus Urbanus II op het Concilie van Clermont in Auvergne gepredikt. Urbanus II riep alle christelijke ridders ten strijd op om het Graf van Christus in Jeruzalem te bevrijden, want de mohammedaanse Turken mishandelden de pelgrims die de heilige plaatsen bezochten.
Kruisvaarders
Deze oproep werd in de meeste landen van Europa beantwoord. De ridders begaven zich op weg naar Jeruzalem. Zij lieten een kruis op hun kleed hechten en werden zo kruisvaarders genoemd. Talloze Belgen namen deel.
Peter de Kluizenaar
De kruistocht werd in ons land door Peter de Kluizenaar gepredikt. Hij was uit de streek van Amiens afkomstig. Hij was arm, klein, maar welsprekend. Hij trok door onze streken op een ezel. Hij werd als een heilige beschouwd.
De tocht door de woestijn
Duizenden mensen vertrokken naar het Heilig Land, ridders maar ook arme boeren. De meeste kwamen van ellende om voordat ze halverwege waren. Ze werden zwaar beproefd, vooral bij de doortocht van de woestijn van Klein-Azië. De reis duurde drie jaar.
De verovering van Jeruzalem
Op 15 juli 1099 slaagden de kruisvaarders er in Jeruzalem te overmeesteren. Zij waren nog slechts met veertigduizend, terwijl zij bij hun vertrek tienmaal talrijker waren. Godfried van Bouillon was een van de eersten om in de stad binnen te dringen.
In de 11de eeuw heerste over het graafschap Vlaanderen een machtige vorst, Boudewijn V van Rijsel. Zijn suzerein, koning Filips I van Frankrijk was maar een kind en Boudewijn werd zijn voogd. Boudewijn V zorgde voor de opvoeding van zijn leenheer zonder ooit van zijn macht misbruik te maken.
Koningin Mathilde
Boudewijn V had een dochter, Mathilde gehuwd met hertog Willem van Normandie "de Veroveraar". Hij veroverde Engeland in 1066. De geschiedenis van deze tocht is op een groot wandtapijt, dat te Bayeux bewaard wordt, uitgebeeld.
Robert van Jeruzalem
Toen de Eerste Kruistocht vertrok, was Robert van Jeruzalem graaf van Vlaanderen. Hij kreeg die naam omdat hij Godfried van Bouillon vergezeld had. Na de verovering van de Heilige Stad, keerde hij naar Vlaanderen terug, terwijl Godfried in het oosten bleef en er de titel van koning van Jeruzalem voerde.
Boudewijn
met de Bijl
De zoon van Robert van Jeruzalem was Boudewijn met de Bijl. Hij handhaafde onverbiddelijk het recht. Eens veroordeelde hij een vlaams ridder die de koe van een arme vrouw gestolen had, om levend in kokend water geworpen te worden. Boudewijn was door de machtigen gevreesd maar graag gezien door de kleine man.
Dood van
Karel de Goede
Boudewijn met de bijl werd door zijn neef Karel de Goede opgevolgd. Deze handhaafde het recht en verdedigde de armen. Hij maakte zich aldus vijanden die hem vermoordden terwijl hij in een kapel te Brugge aan het bidden was. Het volk vereerde hem als een heilige en een martelaar.
Diederik
van den Elzas
Filips van den Elzas